STA M
Gedenkpenning aan de overbrenging van de stoffelijke resten van Damiaan naar Leuven, (1936) Collectie

Gedenkpenning aan de overbrenging van de stoffelijke resten van Damiaan naar Leuven, (1936)

De buste van Damiaan naar links staat op de voorzijde met links in het veld, 1840 / 1889 en rechts in het veld de door een doornenkroon omgeven Heilige Harten van Jezus en Maria (in het midden) en ALF. / MAUQUOY (verzonken en onderaan) ; rondom, PATER DAMIANUS DE VEUSTER SS. CC. LEPROSORUM APOSTOLUS. Op de keerzijde een zicht op het schiereiland van Molokaï, met de melaatsenkolonie op de voorgrond en de bergen op de achtergrond ; bovenaan in het veld, MAJOREM HAC / DILECTIONEM NEMO HABET, UT / ANIMAM SUAM PONAT QUIS PRO / AMICIS SUIS (ST JOAN CHAP XV) ; links in het veld, MOLOKAI geplaatst op een kruis. Deze penning werd uitgebracht in een rond kartonnen doosje waarop de vertaling van het keerzijdeopschrift in het Frans, Nederlands en Engels staat gedrukt [“Niemand heeft grooter liefde dan hij, die zijn leven geeft voor zijn vrienden. (Joh: XV, 13.)”] met erboven “A. Mauquoy Sculpsit” en eronder “Fisch & Cie Fecit”, dit deel van het doosje is bij dit exemplaar gevoegd. Jozef Deveuster, geboren te Tremelo op 3 januari 1840, was het zevende kind van een landbouwer en graanhandelaar. Hij trad in januari 1859 in bij de Congregatie van de Heilige Harten en nam de naam Damiaan aan. Na zijn noviciaat te Leuven en Parijs legde hij op 7 oktober 1860 zijn eeuwige geloften af. Op 9 november 1863 scheepte hij in als missionaris voor de Hawaï eilanden ter vervanging van zijn zieke broer. Twee maand na zijn aankomst te Honolulu werd hij priester gewijd en begon hij zijn zendelingsopdracht. Negen jaar later, in 1873, ging hij in op de oproep van zijn bisschop om tussen de melaatsen te gaan leven op Molokaï. Daar slaagde hij er in om de melaatsenkolonie om te vormen tot een georganiseerde gemeenschap met een kapel, houten huizen, waterleiding, sociale verenigingen. Zijn broer Auguste zorgde ervoor dat zijn brieven aan de familie wereldwijd verspreiding kregen, waardoor steeds meer hulp vanuit het buitenland naar Molokaï toestroomde. Daardoor ontstond echter ook afgunst bij zijn oversten, die hem weerspannigheid, zelfingenomenheid en onhandelbaarheid verweten. Zelf sinds 1884 aangetast door lepra stierf hij op 15 april 1889 en werd overeenkomstig zijn eigen wens ter plaatse begraven naast de door hem gebouwde kerk. Onmiddellijk na zijn dood werden zowel in Engeland als in België organisaties gesticht voor de strijd tegen de melaatsheid. De Damiaanactie is ook nu nog zeer actief in de ontwikkelingslanden. In 1935 vroeg koning Leopold III aan de president van de USA om zijn stoffelijk overschot naar België te mogen overbrengen. Het jaar daarop werd het met het schoolschip Mercator naar Antwerpen verscheept en uiteindelijk op 3 mei 1936 onder een enorme publieke belangstelling in Leuven bijgezet in de kloosterkerk van de paters der Heilige Harten aan het Damiaanplein. Op 14 december 1961 werd het stoffelijk overschot overgebracht naar een crypte onder de St. Jozefkerk. De procedure voor zijn zaligverklaring startte in 1936. Werd “eerbiedwaardig” verklaard door Paulus VI op 7 juli 1977. Op basis van de miraculeuze genezing van de Bretoense zuster Simplicita in 1895 door Johannes Paulus II op 4 juni 1995 zalig en in oktober 2009 heilig verklaart.
Objectnaam
gedenkpenning
Vervaardiger
Alphonse Mauquoy,Etablissements Fisch & Cie.
Datering
20ste eeuw
Objectnummer
N.00529

Objectgegevens

Materiaal
brons
Techniek
geslagen
Afmetingen
(geheel) diameter 70 mm
Plaats
België, België

Bekijk ook

Stadsmuseum Gent

Bijlokesite
Godshuizenlaan 2 - 9000 Gent
09 267 14 00
info@stamgent.be

  • Vlaanderen verbeelding werkt
  • Logo Gent 125Px
made by