Cilindrische graanijkmaat met twee horizontale oren. Middenfries in reliëf met siermotieven waarschijnlijk door 'cera-empta'-geut aangebracht. Boven en onder deze fries, opschrift in vroeg-gotisch letterschrift, met de beitel in het massief metaal uitgekapt en omgekeerd geplaatst. De woorden zijn soms gescheiden door siermotieven (fleurons, lelies, leeuwen). Op de bovenrand van de maat staan in reliëf vier silhouetten van stadspoorten, op dezelfde wijze als het opschrift gekapt. Vermoedelijk is deze graanijkmaat afkomstig uit het voormalige Godshuis Sint-Jan ten Dullen, gelegen tussen de Vlasmarkt en Nieuwpoort, dat het voorrecht van het ijken genoot. De graanijkmaat werd samen met een gelijkaardig exemplaar en tal van andere voorwerpen door het Stadsbestuur van Gent in de 19de eeuw een tijd in bruikleen gegeven aan het 'cabinet de l'Université'. Vanaf 1847 worden deze voorwerpen teruggevraagd om ze toe te voegen aan de verzamelingen van het Oudheidkundig Museum dat op dat ogenblik ingericht was in het stadshuis.