De penning bestaat uit een effen rond plaatje, gevat in een volle ring die versierd is met een parelcirkel en een concave boord versierd met streepjes, en die als volgt is ingegraveerd : Centraal bovenop twee lauriertakken, twee gekruiste geweren met erboven een lauwerkrans met twee linten en met onder de krans een sikkelvormig bordje met het opschrift, DELLAFAILLE en onder de geweren een gelijkaardig bordje met, C. VILAIN / XIIII ; aan het bovenste bordje hangen langs beide zijden drie ovalen medaillons met de opschriften, links, POEL-/-MAN en PL en FM rechts, CHEY-/ MAN en B en PR en rondom bovenaan staat, SE QUOQUE PRINCIPIBUS PERMIXTUM AGNOVIT. V. Æ. en onderaan op de afsnede, gescheiden van de afbeelding door een dubbele lijn, III OCTOB. / MDCCCVII. Op de keerzijde enkel de tekst, JOS. DELLAFAILLE, / QUOD, PRAETOR GANDAV. / IN LUDIS PUBLICIS / PRINCEPS PALM. RETULIT, / HOC SOCIIS D. ANTONÎ / PERP. MUNIFICENTIAE MON. / GRATUS D. D. / XV. AUG. MDCCCVIII. Bovenaan een lus waar op de voorzijde een teken is ingeslagen (een bladertakje) en op de rand staat in wit het inventarisnummer (1615). In 1808 was Graaf Dellafaille, voorzitter van de Academie en burgemeester van de stad Gent. In deze hoedanigheid was hij aanwezig op de publieke oefeningen van de Busschieters van Sint-Antonius. Hij loste een ereschot met een wapen dat hem was aangereikt en dat hem dus niet bekend was. Hij schoot hierbij de hoofdvogel af en werd tot koning van de Gilde uitgeroepen. Om dit feit te vereeuwigen werd gevraagd aan Tiberghien een gouden medaille te ontwerpen. Op deze penning staan op de voorzijde, naast de wapens van de Busschieters, schilden met de namen van een aantal koningen en een vers uit Virgilius.